Toen The Lion King in 1994 verscheen, was het meer dan zomaar een Disneyfilm — het werd een cultureel fenomeen. Met zijn Afrikaanse setting, Shakespeareaanse thema’s en onvergetelijke muziek van Elton John en Hans Zimmer, groeide het uit tot een van de meest geliefde animatiefilms aller tijden. Maar het bleef niet bij dat ene verhaal.

In de jaren daarna breidde Disney het universum uit met vervolgfilms, zijwegen, een remake en zelfs een prequel.

1. The Lion King (1994)

Het begon allemaal met de kleine Simba, een prins in een dierenrijk waar de zon altijd lijkt te schijnen — totdat jaloezie, schuld en verlies hem op de proef stellen.

Deze originele animatiefilm is een meesterwerk: groots én persoonlijk, muzikaal én dramatisch. Scar, een van Disney’s meest charismatische slechteriken, en een soundtrack die nog steeds meezingt in harten wereldwijd, maken dit tot een tijdloze klassieker. Zelden voelde een animatiefilm zo levend.

2. The Lion King II: Simba’s Pride (1998)


Het verhaal gaat verder, nu met Simba als volwassen koning en vader van de nieuwsgierige Kiara. Als zij verliefd wordt op Kovu, een leeuw uit de verbannen volgelingen van Scar, laaien oude spanningen weer op.

De film heeft een duidelijk Romeo & Julia-karakter, met tragiek, verzoening en morele lessen. De animatie is eenvoudiger dan het origineel, maar de emotie blijft overeind. Een waardige, zij het wat bescheiden, uitbreiding van het universum.

3. The Lion King 1½ (2004)

Geen groots drama deze keer, maar een komische zijlijn. The Lion King 1½ hervertelt het verhaal van de originele film — maar dan vanuit het oogpunt van Timon en Pumbaa. Wat deden ze tijdens de grote gebeurtenissen? Hoe kwamen ze aan hun hakuna matata-filosofie? Het resultaat is luchtig, verrassend zelfbewust en knap in hoe het zich tussen bestaande scènes weeft. Geen must-see, wel een charmante ode aan de komische sidekicks.

4. The Lion King (2019)


Met deze remake bracht Jon Favreau het verhaal naar een nieuwe generatie. De film is visueel adembenemend, dankzij hyperrealistische CGI die bijna als een natuurdocumentair oogt.

Toch ging het niet zonder kritiek: de levensechte dieren konden hun emoties moeilijk overbrengen, wat voor velen ten koste ging van de ziel van het verhaal. Beyoncé en Donald Glover geven het project glans, maar uiteindelijk mist deze versie de warmte en expressie die de originele animatie zo bijzonder maakte.

5. Mufasa: The Lion King (2024)


In deze prequel gaan we terug in de tijd, naar de jeugd van Mufasa en zijn complexe relatie met Scar.  De stijl blijft trouw aan de remake uit 2019, maar het tempo is rustiger, met nadruk op karaktervorming en symboliek. Minder gericht op spektakel, meer op mythologie.

Of je nu huilt om Mufasa, meebrult met Hakuna Matata of nieuwsgierig bent naar Scar’s verleden — er is voor elke leeuwenkijker wel iets te vinden.