De Hellraiser-franchise begon als een unieke en duistere nachtmerrie, met Clive Barker’s visie van horror, sadisme en demonische wezens (Cenobites) die genot en pijn combineren. Wat begon als pure body horror met een filosofische onderlaag, veranderde langzaam in middelmatige en goedkope direct-to-video sequels.
Hier is de ultieme ranglijst van alle Hellraiser-films, van meesterwerk tot complete mislukking.
1. Hellraiser (1987) – Het meesterwerk van Clive Barker
Dit is en blijft de ultieme Hellraiser-film.
Clive Barker’s originele visie is verontrustend, psychologisch diepgaand en bevat enkele van de meest iconische horrorbeelden ooit.
Pinhead is hier geen standaard schurk, maar een mysterieus en bijna filosofisch figuur. De film combineert psychologische horror met brute body horror, en de practical effects zijn nog steeds angstaanjagend goed.
Een tijdloos meesterwerk binnen het horrorgenre.
2. Hellbound: Hellraiser II (1988) – Een waardige en nachtmerrieachtige sequel
Waar deel 1 een duister horrorverhaal is, duikt deel 2 volledig in de hel van de Cenobites.
We zien de verschrikkingen van de Labyrint-hel, de transformatie van Dr. Channard in een monsterlijke Cenobite, en meer uitleg over de puzzeldoos.
Hoewel niet zo strak geregisseerd als het origineel, is Hellbound een intense en visueel verbluffende horrortrip.
3. Hellraiser (2022) – De moderne herinterpretatie die verrassend goed werkt
Na jaren van slechte sequels bracht deze reboot Pinhead terug op de juiste manier.
De film respecteert de thema’s van het origineel, introduceert een nieuwe, angstaanjagende versie van de Cenobites, en heeft sterke cinematografie en production design.
Hoewel het verhaal niet zo krachtig is als de eerste twee films, voelt dit als de reboot die de franchise nodig had.
4. Hellraiser III: Hell on Earth (1992) – De eerste stap richting campy horror
Deze film probeert Pinhead een prominente rol als horroricoon te geven, en maakt hem een pure schurk in plaats van een demonische filosoof.
De film is nog steeds vermakelijk, met bloederige effecten en absurde nieuwe Cenobites (zoals de CD Cenobite), maar mist de sfeer en complexiteit van de eerste twee films.
Als je van campy horror houdt, is deze nog leuk, maar hij is ver verwijderd van de Clive Barker-visie.
5. Hellraiser: Bloodline (1996) – Hellraiser in de ruimte… en in het verleden
Deze film probeert een episch verhaal te vertellen over de oorsprong van de puzzeldoos en eindigt zelfs in de ruimte.
Hoewel het ambitieus klinkt, is de film een chaotische productie met veel gemiste kansen.
Sommige scènes zijn visueel indrukwekkend, maar de film voelt onafgewerkt en versneld aan.
6. Hellraiser: Inferno (2000) – Een verrassend sterke psychologische horrorfilm
Dit is de eerste van de direct-to-video sequels, maar in tegenstelling tot de meeste latere delen is deze film eigenlijk best goed.
De film voelt meer als een psychologische thriller à la Jacob’s Ladder dan een standaard Hellraiser-film, met een corrupte detective die langzaam in een nachtmerrie afglijdt.
Hoewel Pinhead hier een bijrol speelt, is het verhaal verontrustend en goed uitgevoerd.
7. Hellraiser: Hellseeker (2002) – Kirsty Cotton keert terug, maar de film stelt teleur
De enige reden dat deze film beter is dan de latere sequels, is omdat Ashley Laurence als Kirsty Cotton terugkeert.
Het verhaal probeert verrassingen te bieden, maar voelt uiteindelijk goedkoop en herhalend aan.
Niet de slechtste, maar zeker niet memorabel.
8. Hellraiser: Deader (2005) – Een vreemde en onnodige toevoeging
Deze film had oorspronkelijk niets met Hellraiser te maken en werd aangepast om Pinhead erin te passen.
Het gevolg? Een losstaand horrorverhaal met Hellraiser-elementen er slordig in geplakt.
De visie ontbreekt, en het voelt als een goedkope cashgrab.
9. Hellraiser: Hellworld (2005) – Een Hellraiser-film over een online spel… serieus?
Deze film probeert Hellraiser te combineren met internet-horror en online games, wat volledig misgaat.
Het voelt als een mislukte Scream-kopie, en Pinhead is nauwelijks aanwezig.
Het enige opvallende? Een jonge Henry Cavill in een vroege rol.
10. Hellraiser: Revelations (2011) – Een absolute ramp
Dit is de goedkoopste en meest beschamende Hellraiser-film ooit.
Doug Bradley weigerde terug te keren als Pinhead, en de nieuwe acteur ziet eruit als een mislukte cosplay.
De film is in minder dan drie weken opgenomen met een microscopisch budget, en dat is te zien.
Dit is de absolute bodem van de franchise.
11. Hellraiser: Judgment (2018) – Een zwakke poging tot vernieuwing
Dit deel probeert de Hellraiser-mythologie uit te breiden met nieuwe entiteiten en groteske nachtmerries, maar het voelt geforceerd en incoherent aan.
De nieuwe Pinhead mist elke vorm van dreiging, en de film is gewoon saai.
Het is beter dan Revelations, maar dat zegt niet veel.
Van meesterwerk tot totale wanhoop
-
Hellraiser (1987) en Hellbound: Hellraiser II zijn de enige echte meesterwerken van de franchise.
-
Hellraiser (2022) is een solide reboot die de franchise eindelijk eer aandoet.
-
Hellraiser III en Bloodline zijn vermakelijk, maar niet serieus te nemen.
-
Vanaf Inferno ging de franchise diep de direct-to-video hel in, met een paar redelijke thrillers maar vooral veel rommel.
-
Revelations blijft de absolute dieptepunt van de serie.